Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
In de nacht van 10 op 11 september 1942 voerde Bomber Command van de RAF een grote aanval uit op Düsseldorf. Twee van de vliegtuigen die hierbij betrokken waren, stortten die nacht neer in Noord-Brabant. Behalve in Gemert was dat ook in Uden. Daar crashte om 01.35 uur bij de Munterweg een Vickers Wellington IC, registratienummer R1297 en call sign JS-R, van 16 OTU (Operational Training Unit) neer. Het toestel werd gevlogen door Sgt. W.S. Harrison. De overige bemanningsleden waren de boordschutters Sgt. F.A.A. Browne en Sgt. P.N. Faber; radiotelegrafist Sgt. E. Lockwood en waarnemer P/O E.J. Seaman. Ze overleefden het alle vijf door op tijd het vliegtuig per parachute te verlaten, maar eenmaal aan de grond werden ze allemaal krijgsgevangen genomen door de Duitsers.
Op 2 oktober 1942 stortte om 22.30 uur 1 kilometer ten oosten van Oosterens en een paar honderd meter ten zuiden van de vliegbasis Volkel, een Wellington-bommenwerper BK269 (call sign VR-C) van 419 Squadron RCAF neer. Dat was tussen de Rechtestraat en de Vogelstraat. De bommenwerper had Krefeld gebombardeerd en werd op de terugweg neergeschoten door een Duitse nachtjager van I./NJG 1, gevlogen door Oblt. H-D. Frank.
Vijf van de zes inzittenden (allemaal Canadezen) kwamen om: F/Sgt. Helfi Sveinn Sveinson, 2e piloot; F/Sgt. Hubert Douglas Price (21), boordschutter; F/O Harding James Stuart (20), radiotelegrafist en boordschutter; W/O I Sidney Vernon Stowe (20), piloot; F/O Arthur Bryan Morlidge (19), waarnemer. Ze liggen sinds 4-7-1946 (na eerder te zijn begraven in de pastorietuin naast de St. Petruskerk) begraven op het Britse oorlogskerkhof in Uden, graven 4 B 2-6.
Bommenrichter Sgt. Norman Nelan, die als eerste sprong, overleefde het, al brak hij zijn enkel bij de harde landing. Hij werd krijgsgevangen gemaakt. Voor de anderen was het toestel al te laag, toen ze sprongen: hun parachutes hadden geen tijd meer om open te gaan. Hun lichamen werden in de buurt van het toestel gevonden, dat van Morlidge overigens pas na vijf dagen.
De Canadese provincie Saskatchewan, waar Sveinson vandaan kwam, eerde hem door een meer naar hem te vernoemen: Sveinson Lake. Ook F/O A.B. Morlidge kreeg een meer naar hem vernoemd: Morlidge Lake.
Op 22 juni 1943 stortte om 01.23 bij Eikenheuvel een Handley Page Halifax II neer, de HR848.
In de septemberdagen van 1944 toen Operatie Market Garden in volle gang was, zijn er in Uden een flink aantal transport- en bevoorradingsvliegtuigen van de geallieerden neergestort. Ook kwam er een Auster III verkenningsvliegtuig neer. Het was septemberchaos.
Twee dagen later, op 14 oktober 1944, kwam opnieuw in Odiliapeel een Hawker Tempest V (EJ742) van 56 Squadron neer. De piloot was F/O W.R. MacLaren. Het 56 squadron was sinds eind september onderdeel van 122 Wing Second Tactical Air Force en opereerde vanaf een airstrip B.60 in Grimbergen (België). Het squadron haalde in deze fase van de strijd bij luchtgevechten tegen de Duitse Luftwaffe zo’n twintig Messerschmitt Me 262 straaljagers neer. MacLaren moet de crash in ieder geval overleefd hebben, want op 23 januari 1945 claimde hij nog een Focke Wulf Fw 190 te hebben neergeschoten boven de Rijn.
Op 6 november 1944 was Odiliapeel opnieuw het toneel van een crash, ditmaal van een geallieerde jachtbommenwerper, een De Havilland Mosquito PR.XVI registratienummer NS563 van 140 Squadron. W/C F.O.S. Dobell vloog een missie naar het gebied Kleef-Wesel-Münster (D). Tijdens deze vlucht werd hij aangevallen door twee niet-geïdentificeerde vliegtuigen, waarbij zijn navigator, F/O Derrick Copperwaite (20), gedood werd.
Dobell maakte met het beschadigde toestel en de gedode navigator aan boord een noodlanding op de vliegbasis Volkel. Daar werd de navigator geborgen en hiervandaan volgde de begrafenis op het r.-k. kerkhof H. Kruisvinding te Odiliapeel, graf 3.
Op 21 november 1944 stortte S/L John Rolleston Heap, onderscheiden met het Distinguished Flying Cross, met zijn Hawker Tempest V, registratienummer EJ802 van 274 Squadron neer in Odiliapeel. Hij ligt eveneens begraven op het rk kerkhof van Odiliapeel, graf 5.
Het Operations Record Book van het 274 Squadron meldt hierover dat Heap deel uitmaakte van een patrouille van acht vliegtuigen over Venlo. Al snel na het opstijgen weigerde de motor van Heap dienst en hij meldde dat hij zou proberen terug te keren naar Volkel. Toen hij zag dat dat niet zou gaan lukken, probeerde hij een noodlanding te maken, maar hij raakte daarbij nogal ruw de grond en sloeg tegen een aarden wal. Het toestel brak in stukken en vloog vervolgens in brand. De piloot werd uit zijn toestel geslingerd en was op slag dood.
Op 1 januari 1945 steeg F/Lt. D.C. Gordon (DFC) met zijn Spitfire IX, registratienummer MH728 van 442 Squadron RCAF op van het vliegveld B.88 in Heesch. Vanwege mechanische problemen keerde hij ten westen van Venlo om en raakte daar betrokken bij luchtgevechten met Duitsers, die in het kader van hun Operatie Bodenplatte op weg waren om vliegveld Eindhoven aan te vallen.
Na een luchtgevecht en waarschijnlijk ook nog eens getroffen door eigen luchtafweer maakte hij een noodlanding in het buurtschap Hoeve-Melle te Uden. Gordon was gewond aan zijn nek en rug door granaatscherven. Hij werd overgebracht naar het 52e Mobile Field Hospital te Eindhoven en was op 27 januari weer van ziekteverlof terug bij zijn squadron.
Ten slotte stortte op 27 februari 1945 opnieuw een Taylorcraft Auster IV in de buurt van Uden neer. Dit toestel, de MT195, was van 662 Squadron en werd gevlogen door Lt. Laffey.
Dankzij Antoon Verbakel en zijn vele naspeuringen weten we inmiddels een heleboel van deze crashes, vooral ook die van de verliezen in de septemberdagen van 1944.