Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De (schuur)deur reikte meestal tot enkele centimeters welstandboven de grond: het materiaal bleef hierdoor lang vochtig, bij hout ontstond rot en bij steen kreeg je mosgroei. Daarom werden tijdens de bouw voor de eerste veertig cm ringovenstenen gebruikt, een harder gebakken steen. De voeglaag werd in een betere kwaliteit cement uitgevoerd. Ook werden muren aan de zijde van de ‘drup’ op een bepaalde hoogte voorzien van een cementlaag. En voor het optrekkend vocht werd vroeger bij het metselen berkenbast op de fundering gelegd, later werd dat ook wel een laag lood.
Het repareren van de onderzijde van de huisdeur of schuurdeur zoals de schets laat zien, noemde vader: Òn Skiete. Hij heeft op die manier talloze deuren opgeknapt. De eerste afbeelding is uit het boekje van Hans Bouwma, Leve het Oude Ambacht. Het was een tijdrovend karwei en werd ter plaatse uitgevoerd, in de huidige tijd een kostbaar werk.
Er werd helemaal niet geschoten, maar er waren wel meer rare uitdrukkingen. Zo was “een deur afhangen” een deur passend aanbrengen, maar vader hing wel eens letterlijk de deur af, nadat we in de winter een binnendeur telkens open lieten staan.
Het benodigde hout voor een karwei werd thuis aan een romboer, een melkrijder, meegegeven die het op de plaats van bestemming bracht, want zij brachten dagelijks een bezoek aan de tegenovergelegen zuivelfabriek.
Om deze overlast te voorkomen wordt tegenwoordig meestal op de plaats van den drup een sleuf van zo’n dertig cm breed en enkele centimeters diep uitgegraven die daarna wordt opgevuld met een laag schelpen of grint, zoals op de foto is te zien.
Een waterdruppel is zwaarder dan een regendruppel (± 0,05 gram) en holt na jaren door zijn val zelfs een harde steen uit. Als er een dakgoot aanwezig was, werd het kalkarme en daardoor zachte water meestal naar een put geleid en gebruikt bij het ramen wassen en voor het linnengoed.