Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Dat verhaal begint in 1849. De middeleeuwse kerk van Demen is dan nog helemaal intact, en de toren staat niet naast, maar in één lijn met de kerk. Toch voelt het voor de dorpelingen niet prettig om het gebouw binnen te gaan, want wanneer alle drie de klokken worden geluid, zien zij de toren mee-bewegen.
De burgemeester, verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn burgers, neemt contact op met het provinciebestuur, dat prompt een onderzoek laat instellen door een deskundige, hoofdingenieur De Geus. Deze kan de kerkgangers geruststellen: de toren zal zeker niet instorten, mede doordat hij stevig is verbonden met het kerkschip. Maar wanneer het kerkbestuur in 1857 de middeleeuwse kerk wil vervangen door een nieuwe, rijzen opnieuw vragen over de toren, want de kerkmeesters willen die handhaven en wel los van de nieuwbouw.
Dat gaat de opvolger van De Geus, hoofdingenieur Rijsterborgh, te ver, want zo zou de oude toren wél kunnen instorten. Dus wordt tijdens de bouw de toren verstevigd en verbonden met het kerkschip. Dan stort op 20 oktober 1857 een steiger in en vallen enkele timmerlieden twaalf meter naar beneden. Wonder bij wonder brengt het viertal - Lambert Smits uit Reek, Gerard van Rossum uit Overlangel en Antoon en Peter van Maasakker uit Dieden – het er levend af, de laatste wel dankzij de Ravensteinse arts Van Cooth.
Maar de bouw gaat verder, ook na een storm in maart 1858, waarbij het Angelustorentje wordt weggeblazen. Ruim een half jaar later, op 17 oktober, neemt de parochie haar nieuwe, neogotische kerk met de oude toren in gebruik. Dertig jaar nadien gaat tijdens een hevig onweer de torenspits verloren. Gelukkig is het kerkbestuur dan voldoende bij kas om nogmaals een bouwproject aan te gaan. Zodoende heeft de middeleeuwse toren sinds 1891 een neogotische bovenbouw en spits. En via het sierlijke traptorentje vormt hij meer één geheel met de kerk.
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad