
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Maar de dreiging kwam ook van andere kanten: in het najaar van 1960 kwam het zuiden van Breda een paar maal onder water te staan als gevolg van een grote aanvoer van water door de Mark en de Aa of Weerijs. Het heemraadschap Mark en Dintel voerde in de jaren ’50 en ’60 allerlei verbeteringswerken aan de rivier uit om een grotere afvoer mogelijk te maken.
In deze tijd speelde ook het plan (waarover al in de jaren ’30 gesproken was) om via een kanaal de Vliet en de Mark met elkaar te verbinden. Gedeputeerde Staten besloten in 1967 tot de aanleg van zo’n Mark-Vlietkanaal, dat de beide stroomgebieden verbond. In de optiek van de provincie hoorde daar ook een bestuurlijke samenvoeging van de beide betrokken heemraadschappen bij tot een Hoogheemraadschap Mark en Vliet.
Dat plan mislukte echter door het verzet van de heemraadschappen Mark en Dintel en Roosendaalsche en Steenbergsche Vliet. Met name het laatste heemraadschap was sterk tegen zo’n fusie gekant, maar uiteindelijk voelden ook de hoofdingelanden van Mark en Dintel weinig voor zo’n groter verband.
In 1970 werd het waterschap West-Brabant opgericht om de zuiveringstaak voor heel de regio uit te voeren. Bij de oprichting was meteen rekening gehouden met het samengaan van dit waterschap met het Hoogheemraadschap De Brabantse Bandijk en de heemraadschappen Mark en Dintel en Roosendaalsche en Steenbergsche Vliet.
Vooruitlopend op dat samengaan werd al een intensieve samenwerking gestart: in 1973 betrokken de vier partijen een gezamenlijke huisvesting in kasteel Bouvigne te Breda. Vier jaar later fuseerden deze instellingen tot het Hoogheemraadschap West-Brabant, dat nu zuiveringstaken, hoofdwaterkeringen en waterbeheer op de rivieren combineerde.
Met name de zuiveringstaak was nog niet eenduidig geregeld: ook de gemeenten in de regio hadden hier nog een taak in. Het zou jaren duren voordat alle gemeenten overeenkomsten met het Hoogheemraadschap hadden gesloten over de uitvoering van de waterzuivering.
De provincie stuurde vanaf 1970 ook aan op een concentratie van de waterbeheersing in de polders. In West-Brabant werden die nog grotendeels bestuurd door een groot aantal kleinere waterschappen. In een aantal stappen werden al die waterschappen en polderbesturen langzaamaan samengevoegd tot grotere eenheden. De website van Jan van den Noort laat dat proces prachtig zien.
Tijdens dit proces van concentratie gebeurde er nog iets anders: de provincie wilde het gehele waterbeheer, dus niet alleen dat binnen de waterschapsgebieden, onderbrengen bij één instantie. Met andere woorden, ook de stedelijke gebieden moesten onder het beheer van een waterschap gebracht worden. Dat gebeurde vanaf 1986. Midden jaren negentig waren er in West-Brabant nog vier grote blokken over: waterschap Scheldekwartier in het zuidwesten, Land van Nassau in het Noorden, Mark en Weerijs in het zuiden en Dongestroom in het oosten.
In 2004 fuseerden deze vier waterschappen met het Hoogheemraadschap van West-Brabant tot het huidige waterschap Brabantse Delta.