
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op 9 september 1943 arriveert mijn opa, Bernard Berndsen, met een grote groep medegevangenen in Kamp Vught. Hij is 39 jaar, getrouwd, boer en vader van vier kinderen, waarvan de oudste op dat moment zeven jaar oud is. Een paar maanden ervoor is hij op zijn boerderij in het Gelderse Huissen gearresteerd door de Sicherheitsdienst. Hij had onderdak en hulp geboden aan gevluchte Franse krijgsgevangenen uit Duitse werkkampen. Maar was in de val gelopen door een V-man, een Vertrouwensman, die voor de Duitsers bleek te werken. Verraden door iemand die hij had vertrouwd. Het leven in de diverse gevangenissen en kampen waarin hij terecht komt bestaat voor een belangrijk deel uit de vraag wie hij kan vertrouwen en wie niet.
In afwachting van zijn rechtszaak is Bernard naar Kamp Vught gestuurd en na enkele weken wordt hij overgeplaatst naar een buitenkamp van Kamp Vught, in Gilze-Rijen. De daar gevestigde Duitse vliegbasis dient als vertrekpunt om Engeland te bombarderen, maar wordt in 1943 steeds vaker zelf doelwit van bombardementen door geallieerden (zoals te zien is op de foto hiernaast, uit de collectie van de Traditiekamer). Bernard moet met zijn medegevangenen na een dergelijke aanval de gaten in de start- en rolbanen met zand herstellen.
Hij moet erg wennen aan de nieuwe omgeving. Behalve het risico om een luchtaanval van geallieerden niet te overleven en het zien van de afschuwelijke mishandelingen van gevangenen die het werk niet volhouden, wordt er ook veel gestolen. Een medegevangene omschrijft het als volgt:
“Dat was natuurlijk heel erg, dat je moest ontdekken dat je gewoon om je heen zo bestolen werd, dat je zelfs aan tafel, met dat kleine kluitje boter dat je had, of margarine, dat je dat niet uit het oog mocht verliezen. Als je met je rechter buurman eventjes zou praten, dan werd dat links, werd dat weggegrist” (Wim Peters, interview met NM Kamp Vught in het jaar 2000)
Om die reden vraagt Bernard aan zijn vrouw in een illegaal briefje om geen chocoladepoeder in haar wekelijks voedselpakket aan hem te sturen. De pakketten worden namelijk gecontroleerd in het kamp voor ze bij een gevangene terechtkomen. Chocoladepoeder is een geliefd product om er dan uit te halen. Daarnaast zijn klompen erg gewild. Ze worden zelfs vastgebonden aan de stapelbedden voor het slapengaan door de gevangene om stelen moeilijk te maken. Bernard heeft problemen met zijn klompen en vraagt aan zijn vrouw om illegaal een paar naar hem op te sturen. Dat kan via een slager in Rijen. Aleida heeft hem bereid gevonden om het pakket te leveren aan de kok in het kamp. Maar de klompen komen daar niet aan. Bernard hoort bovendien niet veel goeds over de desbetreffende slager. In een illegaal briefje schrijft hij:
“Vanmorgen kwam een van de opzichters van het vliegveld bij me en vroeg me of ik wel eens pakjes had ontvangen van die man uit Rijen. De politie had die zaak in onderzoek en nu wilden ze van mij graag weten of ik er wat van ontvangen had. Ik heb natuurlijk niets ontvangen wat ik hem ook heb medegedeeld (…) Die man [de slager uit Rijen] is vandaag gearresteerd door den politie want hij had ook een fiets gestolen. U moet me eens schrijven hoe ge aan het adres van die boef bent gekomen”
Hoe Aleida aan het adres is gekomen heb ik niet in de brieven kunnen ontdekken. Een van de opzichters in het kamp is wel te vertrouwen. Hij zorgt dat de illegale boodschappen tussen Bernard en Aleida worden bezorgd. Zijn naam is A. Meeuwse en hij komt uit Breda. Als Bernard na zes maanden uit Gilze-Rijen vertrekt, bedankt Aleida hem in een brief hartelijk voor alles wat hij voor hun heeft gedaan.
Dit verhaal is ontleend aan het boek: “Ma femme et moi” waarin het volledige verhaal van Bernard en Aleida is beschreven. Hierin wordt onder andere zijn verblijf in de gevangenissen van Arnhem, Utrecht en Kleef weergegeven. En de kampen: Vught, Gilze-Rijen, Siegburg, Hangelar en Cochem.
Wil je meer lezen? Het boek is verkrijgbaar via BraveNewBooks
Meer informatie over Gilze-Rijen tijdens WOII: